Peesblessures bij paarden

Paarden met een peesblessure laten niet altijd kreupelheid zien. Daarom is het belangrijk om regelmatig de pezen te controleren om eventuele blessures tijdig op te sporen. Daarmee kan de optredende schade zoveel mogelijk beperkt worden.

Peesblessures bij het paard kunnen een bron van frustratie zijn. De beste manier ermee om te gaan is alles in het werk te stellen deze blessures te voorkomen of – wanneer dat mogelijk is – de optredende schade zoveel mogelijk te beperken. Uiteraard zijn er peesblessures die min of meer spontaan optreden. Veel ernstige blessures worden echter voorafgegaan door subtiele tekenen van kreupel- of onregelmatigheid danwel voelbare afwijkingen aan de pezen van het onderbeen. Het is daarom belangrijk iets te weten over de structuur en functie van pezen. Daarnaast is het nodig om een basaal onderzoek te doen van de pezen. Dit om een paard met een mogelijk of zich ontwikkelend peesprobleem niet te zwaar te belasten.

paard pezen banden ligamenten

Bouw en functie pezen van paarden

Om de structuur en de functie van het onderbeen van het paard te kunnen begrijpen, moet onderscheid gemaakt worden tussen een pees en een band (ligament). Een pees is gedefinieerd als een koord van bindweefsel dat doorloopt in de strengen van een spier en de verbinding vormt tussen een bot of kraakbeen en een spier: een bot – spier verbinding. Een ligament is gedefinieerd als een koord van bindweefsel tussen bot of kraakbeen onderling dat dient als ondersteuning en versterking: een bot – bot verbinding. Pezen en banden bestaan uit de meest dichte vorm van fibreus verbindingsweefsel in het lichaam, inclusief huid en het weefsel daaronder. Hoewel van hetzelfde weefsel, hebben de elastische huid en de pezen verschillende eigenschappen. Simpel gezegd wordt dit veroorzaakt door de manier waarop de parallelle collageenstrengen zijn georganiseerd. In de huid zijn de strengen op een losse manier georganiseerd en hebben weinig ‘treksterkte’ terwijl de collageenstrengen van een pees van een speciaal type zijn en zeer strak en parallel georganiseerd zijn. Daardoor ontstaat een veel meer rigide, maar toch sterke en flexibele structuur.

Pezen van paarden: grote trekvastheid

Pezen hebben een zeer grote trekvastheid. Dit staat voor de weerstand dat een materiaal biedt als reactie op een kracht die het probeert te scheuren wanneer het wordt uitgerekt. Naast de extreme sterkte hebben pezen elastische eigenschappen; ze zijn in staat energie te absorberen en op te slaan wanneer ze uitgerekt worden. Dit is te vergelijken met het opwinden van een propellor met een dik elastiek, waarin de energie wordt opgeslagen die vrijkomt wanneer het wordt losgelaten. Deze eigenschap levert een belangrijke bijdrage aan de beweging van het paard. De krachten die op een voorbeen van een paard worden uitgeoefend zijn het grootst wanneer de voet de grond raakt. Dat is te zien aan het ‘doorbuigen’ van het kogelgewricht van het voorbeen van een racepaard of springpaard bij de landing na de sprong. Maar ook bijvoorbeeld bij een dressuurpaard dat een oefening doet waarbij het meer ‘op de achterhand’ moet komen. Men ziet dan het kogelgewricht van het achterbeen soms ver doorbuigen. Hierbij absorberen de pezen aan de achterzijde van het been de meeste krachten door uitgerekt te worden. Bij het weer afzetten neemt de kracht op de pezen weer af en neemt dan snel weer toe wanneer het been weer afzet tegen de grond. Tijdens deze bewegingsfase wordt de opgeslagen energie in de pezen vrijgemaakt en draagt zo bij aan de beweging.

Wat zijn de belangrijkste beenpezen bij paarden?

De pezen van het been worden doorgaans ingedeeld in twee groepen: de flexoren en de extensoren. Deze laatste maken strekken mogelijk en de eerste helpen bij het buigen van het been. Er zijn vijf extensoren en twee flexoren. De bekendste pezen zijn voelbaar onder de huid. De groep van de flexoren zit aan de achterkant van het been en hebben een functie in het buigen van het been. De flexoren vangen de krachten op die optreden bij het bewegende been en ondersteunen het wanneer het gewicht draagt. De twee flexorpezen zijn de oppervlakkige en de diepe buigpees. Een belangrijke structuur die de meeste pezen omgeeft is de peesschede, een koker van weefsel die de pees omgeeft en gevuld is met een kleine hoeveelheid visceuze vloeistof dat werkt als ‘smeermiddel’ op plaatsen waar de pees glijdt (vergelijkbaar met de synoviaalvloeistof in de gewrichtsspleet). De belangrijkste peesschede omvat de diepe èn de oppervlakkig buigpees.

Wanneer men van de zijkant naar het voorbeen van een paard kijkt dat gewicht draagt, kan men van voor naar achter drie structuren onderscheiden: het pijpbeen, de tussenpees en de diepe buigpees. Veel meer structuren zijn er niet te onderscheiden aan het onderbeen, en deze bevinden zich allen vlak onder de huid. Het is opvallend dat wanneer het been gewicht draagt, de pezen net zo hard en rigide aanvoelen als het pijpbeen, door de krachten die erop worden uitgeoefend. De beste manier om de pezen te voelen is bij een opgenomen been zonder dat het gewicht draagt. Op deze manier kunnen de oppervlakkige en diepe buiger los van elkaar gevoeld worden, en valt de zachte structuur van de (verticale) pezen op wanneer ze geen gewicht dragen. Ook de ondersteunende (horizontale) zgn. check-ligamenten zijn dan te voelen; een blessure van deze ligamenten kan ook tot kreupelheid leiden. Zoals we bij de behandeling zullen zien, kan een operatie van deze check-ligamenten helpen bij het oplossen van sommige peesblessures.

Hoe pezen van paarden te onderzoeken?

De meest voorkomende oorzaken van kreupelheden aan het voorbeen vinden hun oorzaak in de voet. Om die reden moet dit als eerste uitgesloten worden als oorzaak van eventuele kreupelheid. Vooral bij (duidelijke) kreupelheid aan de voorbenen dienen de pezen onderzocht te worden, wanneer er geen duidelijke andere reden is. Bij paarden die zwaar worden getraind, bij grote wijzigingen in het trainingsschema of de moeilijkheidsgraad, is het raadzaam de pezen regelmatig te controleren. Verder kunnen bepaalde typen beslag (zwaar, ongelijk) of bodem het paard gevoelig maken voor het ontwikkelen van een peesblessure. Daarbij is extra controleren van de pezen geen overbodige luxe. Bedenk dat een paard met een peesblessure niet kreupel hoeft te zijn!

pees paard onderzoek palpatie dierenartsHet meest eenvoudig te onderkennen zijn de peesblessures die een zwelling van de pees laten zien en het typische beeld tonen van een “gebogen” pees (‘banaanvorm’). In deze gevallen is het paard vaak kreupel en reageert het op aanraking van de pees. Subtiele peesblessures zijn moeilijker te herkennen. Zoals bij ieder ander type weefselbeschadiging, zijn de eigenschappen van een ontsteking die altijd gepaard gaat met een peesblessure: stijging van temperatuur, pijn en zwelling. Wanneer een van deze factoren aanwezig is, wordt het been meestal opgenomen en de pees zonder dat deze onder spanning staat, onderzocht. buigproef paard peesDaarbij wordt iedere afzonderlijke pees door zorgvuldige palpatie individueel onderzocht. Door ervaring kan aangegeven worden of een pees vergroot of dikker is dan normaal, wat gepaard kan gaan met een chronische of acute beschadiging. Het hangt er hierbij vanaf of de zwelling veroorzaakt wordt door oedeem cq. ontsteking. Ook kan worden gekeken of stevig knijpen in de pees een aanhoudende pijnreactie veroorzaakt en als dat zo is, in welke mate. Ook hierbij is enige ervaring belangrijk omdat het niet vreemd is dat paarden die intensief getraind worden enigszins gevoelig reageren wanneer in het check-ligament wordt geknepen. Dit geldt in mindere mate voor de pezen. Wanneer de pijn buiten proportie is, samengaat met kreupelheid of duidelijk verschillend is tussen beide voor- of achterbenen is het hoogstwaarschijnlijk van betekenis. Let op: een peesblessure hoeft niet tot kreupelheid te leiden.

Hoe wordt de diagnose peesblessure bij paarden gesteld?

Het is lastig om aan te geven wanneer de gevoeligheid te groot is, zeker omdat veel peesblessures een opeenstapeling zijn van kleinere blessures (microtrauma’s) die bijdragen aan een veel grotere blessure. Het is in ieder geval zeker dat doortrainen bij de aanwezigheid van een (lichte) peesblessure, deze alleen maar erger zal maken. Wanneer u een vermoeden heeft van een peesblessure bij uw paard is het belangrijk uw dierenarts te raadplegen. echo pees paardDe meest toegepaste diagnostische beeldvormende techniek voor het bekijken van pezen en banden is echografie. Hiermee kunnen verdachte structuren objectief worden geёvalueerd. Peesblessures kunnen worden gekarakteriseerd op basis van grootte (en dus percentage) van de totale peesdiameter die aangedaan is. Dit correleert ook met de mate van afwijking aan de vezelstructuur van de pees. Verder kan echografie een vast beeld geven van de schade op een bepaald tijdspunt, en gebruikt worden ter vergelijking na bijvoorbeeld therapie of rust, om te bepalen of een paard weer veilig aan het werk kan.

Hoe ontstaan peesblessures bij paarden?

Peesblessures kunnen ontstaan door trauma van buitenaf, zoals bijvoorbeeld wanneer een been klem komt te zitten tussen planken van de omheining, of door mechanische overbelasting. Zoals hierboven beschreven wordt schade aan (pees)weefsel gekarakteriseerd door ontsteking waarvan de kenmerken zijn: temperatuurverhoging, pijn en zwelling. Daarom is het gerechtvaardigd de meeste peesblessures aan te duiden met tendonitis (de uitgang –itis betekent ontsteking). Algemeen wordt aangenomen dat tendonitis het gevolg is van buitengewone krachten op de pees waarbij vezelbundels (teveel) worden uitgerekt en scheuren.

ontstaan peesblessure hoge en scheve belasting reiningUiteraard kan dit in één keer gebeuren wanneer de pezen blootgesteld worden aan een enorme piekbelasting, zoals bijvoorbeeld bij een extreme misstap. Maar in de meeste gevallen is de tendonitis een gevolg van een opeenstapeling van kleinere (subklinische) blessures. Bij iedere vorm van herhaaldelijke mechanische stress komen er miscroscopisch kleine scheurtjes in de peesvezels of laten een aantal vezels een klein beetje los van elkaar. Deze microschade veroorzaakt een kleine ontstekingsreactie in het gebied van de beschadiging en zo ontstaat er vochtophoping (oedeem) tussen en rond de vezels. Hierbij worden ook ontstekingsenzymen aangemaakt, die de vezels verder beschadigen. Onder normale omstandigheden en bij voldoende mogelijkheid tot kwalitatief en kwantitatief goed herstel, worden deze kleine en milde onstekingen gewoon door het lichaam opgeruimd. Maar wanneer stapeling ontstaat en/of wanneer de ontstekingen niet goed meer kunnen worden opgeruimd (bijvoorbeeld door verminderde weerstand), ontstaat een onomkeerbare cirkel van gebeurtenissen die leiden tot verdere schade aan het peesweefsel.
Factoren die bijdragen aan het ontstaan van peesblessures zijn:

  • toegenomen mechanische stress als gevolg van een ongelijke bodem met diepe kuilen of bijvoorbeeld boomwortels,
  • oververmoeide spieren als gevolg van slechte training,
  • lange hoeven (struikelen),
  • geen opzet in het ijzer waardoor afwikkeling peesbelastig geeft,
  • veel werk op hellingen en
  • slecht aangebrachte en/of slecht ventilerende peesbescherming.

Daarnaast ontstaan peesblessures soms ook onder normale omstandigheden, zoals bij liggen en opstaan in de weide.

Dit paard heeft een te weke stand van de hoef. Daardoor ontstaat er extra tractie op de pezen, met op den duur een peesblessure tot gevolg.

Peesschade bij paarden niet altijd gepaard met kreupelheid

Het is belangrijk om nog een keer aan te geven dat niet alle paarden met (subtiele) schade aan pezen en/of banden (duidelijk) kreupelheid laten zien. Daarin schuilt natuurlijk een gevaar, waardoor herhaaldelijke subtiele (subklinische) blessures onopgemerkt blijven. Wanneer er wel tekenen van kreupelheid te zien zijn, is de schade al redelijk groot. Dit is bijvoorbeeld de reden dat er bij alle vormen van topsport – of het nu eventing, grand-prix springen, dressuur of racen is – intensieve veterinaire controle is voor, tijdens en na de te leveren prestatie. Deze aanpak voorkomt dat grote blessures ontstaan, mede omdat pezen en banden extra worden gecontroleerd bij deze zogenaamde vet-checks. De oppervlakkige buigpees wordt het meest aangedaan door tendonitis en is een bekend probleem bij bijvoorbeeld (volbloed) racepaarden. Maar ieder ras kan bij iedere vorm van gebruik een peesblessure ontwikkelen. Blessures aan de oppervlakkige buigpees komen het meest voor aan de voorbenen, maar worden soms ook aan de achterbenen gezien. Tendonitis komt in mindere mate voor bij de diepe buigpees.

Peesblessures bij paarden behandelen

Op een andere pagina kunt u verder lezen over het behandelen van peesblessures bij paarden. Of lees meer over andere problemen van het bewegingsapparaat bij paarden.

Deel dit bericht

Stuur door via e-mail Print pagina

Download nu gratis het boekje ’15 beweegtips voor paarden’ t.w.v. € 4,95.

Download gratis

Heeft u vragen? Wij helpen u graag.
Neem contact op.

Beoordeling van dit artikel:
Eugene Matthijssen

Geschreven door Eugène Mathijssen

Hoofdredacteur van Bewegen zonder Pijn. Gezondheidsjournalist en auteur van diverse gezondheidsboeken. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar alternatieve behandelingsmogelijkheden en andere natuurlijke kruiden en substanties met geneeskrachtige eigenschappen.
Neem contact op Eugène Mathijssen