Kissing Spines betekent niet altijd einde van carrière

Kissing Spines (officieel Kissing Spines Syndrome, KSS) is een aandoening waarbij de doornvormige uitsteeksels van de wervels elkaar raken (‘zoenen’). Eigenlijk is Kissing Spines een vorm van artrose. Net zoals bij andere gewrichten kan er een pijnlijke ontsteking ontstaan met als gevolg vorming van nieuw botmateriaal aan deze uitsteeksels. Er ontstaan botwoekeringen waardoor de doornvormige uitsteeksels aan de bovenzijde van de wervelkolom dichter bij elkaar komen te liggen of elkaar zelfs kunnen raken. Er zijn onderzoeken die laten zien dat 40% van alle paarden één of andere vorm van Kissing Spines heeft en dat daarvan tot zelfs 80% een vorm van bewegingsbeperking ondervindt. Met de toenemende mogelijkheden om Kissing Spines te behandelen, is het als eigenaar niet meer nodig om in paniek te raken als deze diagnose wordt gesteld. Immers, er lopen paarden in de (top)sport met deze diagnose.

Anatomie van de wervelkolomKissing Spines

De wervelkolom van een paard is ongeveer 3 meter lang en bestaat uit 7 nekwervels, 18 borstwervels, 6 lendenwervels, 5 kruiswervels (die bij een volwassen paard vergroeid zijn tot het zogenaamde heiligbeen) en 15-22 staartwervels. Elke wervel bestaat uit een wervellichaam, wervelboog en diverse uitstulpingen, waarbij de doornvormige uitsteeksels aan de bovenkant liggen. De wervelkolom wordt bij elkaar gehouden door veel korte ligamenten en door de tussenwervelschijven die als schokdemper werken en zorgen voor stabilisatie en controle van de beweeglijkheid van de rug. De rug wordt stabiel als hij door aanspanning van de buikspieren naar boven wordt gedrukt waardoor de doornuitsteeksels van de wervellichamen uit elkaar gaan.

De hiertussen liggende ligamenten beschermen de wervel tegen een overdreven welving. Kissing Spines ontstaat wanneer de rug naar onderen doorbuigt. Daardoor komen die doornvormige uitsteeksels dichter bij elkaar en kunnen er beschadigingen aan het botvlies ontstaan met als gevolg ontstekingen en botwoekeringen. Deze woekeringen maken het bot dikker en de tussenruimte kleiner. We spreken van spondylose wanneer er tussen twee wervels, als reactie op de artrose, nieuw bot wordt gevormd. Het nieuwe bot vormt een onbedoelde verbinding tussen twee wervels en daardoor kan het gewricht moeilijk of niet meer bewegen.

Dit gebeurt het meest tussen de 12e en de 18e borstwervel, omdat de afstand tussen de doornvormige uitsteeksels hier korter is dan bij de rest van de wervelkolom. Een te nauwe stand is vaak van jongs af aan aanwezig en wordt door een verkeerde training alleen maar erger. De spondylose op zich hoeft niet pijnlijk te zijn maar wanneer de woekering druk uitoefent op de omliggende zenuwen ontstaat er pijn en soms zelfs verlamming. De vorming van artrose en spondylose gaat nooit meer weg, maar de ontsteking in het gewricht kan wel verminderd worden tot zelfs helemaal verdwijnen. Dit leidt tot vermindering van pijn en een betere beweeglijkheid. Grofweg worden er twee vormen van Kissing Spines onderscheiden: bij de subklinische vorm gaat het om een pijnloos omvormingsproces en bij de klinische vorm is voor het paard een pathologisch en pijnlijk proces ontstaan. De problemen ontstaan geleidelijk in een periode van maanden of zelfs jaren.

Oorzaken Kissing Spines

De oorzaken zijn nog niet geheel duidelijk. Een genetische aanleg in combinatie met de inwerking van de omgeving en/of de ruiter (zadel) kan leiden tot Kissing Spines. Maar ook veelvuldig verkeerd ruggebruik, te strakke rugbespiering en zware belasting alsmede ouderdom – waardoor de rug ‘doorzakt’ – kan Kissing Spines veroorzaken. Bij veel paarden (tot wel 40%!) is op de röntgenfoto een vorm van Kissing Spines te zien zonder dat het paard zelf symptomen heeft. Aangeboren dicht bij elkaar staande wervels hoeven dus niet altijd tot problemen te leiden.

Het welven van de rug naar beneden heeft meestal een externe oorzaak: de 12e tot en met de 18e rugwervel liggen namelijk precies op het punt waar het zadel ligt. Een verkeerde manier van rijden, een verkeerd zadel en een scheef zittende ruiter veroorzaakt rugproblemen bij het paard. Kissing Spines komt echter ook wel voor bij paarden die helemaal niet worden bereden. Als het paard al tijdens te groei te zwaar werd belast, een slecht passende uitrusting had of verkeerd is gevoerd (bv. een hooiruif dat te hoog hangt) dan kunnen problemen ontstaan. Daarnaast kunnen spanning in de rug of een ongeval Kissing Spines veroorzaken. Vaak zijn ren- en tuigpaarden aangedaan omdat zij met een omhoog getrokken hoofd en een naar onder gedrukte rug worden gebruikt.

Preventie Kissing SpinesBehandeling Kissing spines

De rug van het paard (wervels en spieren) dienen regelmatig te worden gecontroleerd, vooral daar waar het zadel ligt. Een goed passend zadel laat een goede opbouw van de bespiering toe; veel zadels zijn te smal in de boom en laten daardoor onvoldoende groei van de rugbespiering toe; ze worden vaak aangemeten op de bestaande situatie maar daarbij wordt onvoldoende rekening gehouden met de situatie waar men met de training naartoe wil: een goed bespierde bovenlijn.

Bovendien dwingt een drukkend of knijpend zadel het paard zijn rug hol te maken. Een paard moet goed worden opgeleid, getraind en bereden zodat hij zijn rug welft en niet in een holle stand wordt vastzet. Daarvoor moet het paard goed losgereden worden. De ruiter moet daarnaast een passend gewicht hebben; een te zware ruiter is te belastend voor de paardenrug en kan daardoor schade aanrichten. Een paard dat op de juiste manier wordt gehouden (en voldoende weidegang krijgt) loopt minder kans op rugproblemen.

Symptomen Kissing Spines

Omdat in de rug van het paard diverse structuren bij de functie ervan zijn betrokken zijn de symptomen van Kissing Spines complex. Daarom is ook het stellen van een diagnose niet eenvoudig, ook omdat elk paard anders omgaat met rugklachten. Het is dan ook logisch dat Kissing Spines met algemene symptomen voor rugklachten naar voren komt zoals pijnlijke reacties bij het poetsen of opzadelen, slaan met het hoofd of in extreme gevallen bokken, steigeren of staken in het geval van een dressuurpaard. Zij hebben een onvoldoende ruime pas en kunnen slecht verzamelen of hebben moeite met de lengtebuiging, ze zijn stijf in de wendingen en reageren niet op ophoudingen.

Paarden met Kissing Spines kunnen zwakke rugspieren of een ingeklemde of scheve staart hebben wat op rugproblemen kan duiden. Een springpaard zal zijn rug wegdrukken of weigeren te springen omdat het niet goed kan basculeren boven de sprong. Samengevat kunnen symptomen van Kissing Spines zijn: gespannen rugspieren, pijnreactie bij druk op probleemgebied, wegdrukken van de rug tijdens rijden, steigeren/bokken bij pijnlijke houding tijdens rijden (verzameling, hoge hoofd/halshouding), weigeren bij springen, moeite om takt te houden in galop, probleem gedrag met opzadelen zoals bijten naar singel en rug wegdrukken. Maar ook bijvoorbeeld moeite met plassen en/of ontlasting, niet willen groeien en dergelijke. Soorten training waarbij het paard zijn rug hol moet maken zijn uiteraard niet geschikt voor paarden met Kissing Spines. Voor dressuur- en tuigpaarden geldt daarbij dat een hoge hoofd-halshouding de ruimte tussen de wervels bij de schoft verkleind. Springpaarden moeten de rug hol maken bij landen na de hindernis. Western paarden krijgen een harmonica effect op de wervelkolom bij het maken van een stop. Verder dient in het algemeen het voeren vanuit een hoge voerruif of hooinet vermeden te worden.

Diagnose Kissing Spines

Zoals gezegd is de diagnose Kissing Spines vaak moeilijk vast te stellen omdat paarden met rugklachten dezelfde symptomen laten zien, zoals bijvoorbeeld een spierontsteking onder de lendenwervelkolom. Een uitvoerig onderzoek is dan ook erg belangrijk waarbij de wervelkolom getest wordt op pijnpunten en beweeglijkheid. Daarnaast kan het paard aan de hand, aan de longe en/of onder het zadel worden beoordeeld, om andere ziektes zoals kreupelheid uit te sluiten en om de symptomen goed te kunnen herkennen. Ook wat de eigenaar en/of de ruiter heeft waargenomen en de anamnese zijn essentieel voor een goede diagnose. Een thermografische opname kan daarbij behulpzaam zijn omdat ontstekingen in de rug als gevolg van Kissing Spines een hogere temperatuur laten zien. Verder kunnen de doornvormige uitsteeksels en de wervellichamen met een röntgenfoto in beeld worden gebracht. Bij een zogenaamde scintigrafie worden radioactieve deeltjes in de bloedbaan gespoten, die zich net als calcium vooral afzetten op plaatsen waar botveranderingen plaatsvinden.

Na een bepaalde wachttijd wordt de aangedane regio (die meer straling afgeeft) zichtbaar door meting met een zogenaamde gammacamera. Vaak kunnen de röntgen en scintigrafie uitslagen gecombineerd worden. Soms wordt ook wordt een echo gemaakt, maar de beelden daarvan zijn minder bruikbaar, omdat daarbij alleen de bovenste delen van het doornvormige uitsteeksel zichtbaar zijn. Bij een provocatietest wordt er druk uitgeoefend op de doornvormige uitsteeksels om te kijken of het paard pijn heeft. Deze methode is helaas niet altijd betrouwbaar. Bij het stellen van de juiste diagnose is het daarom belangrijk om ook te kijken naar de leeftijd van het paard en naar de trainingsomstandigheden, omdat de wervelkolom een leeftijdsafhankelijke verandering doormaakt. De mate van ernst van Kissing Spines wordt uitgedrukt in 4 zogenaamde graden waarbij bij graad 1 een vernauwing tussen de doornuitsteeksels met milde verharding van het kraakbeen aanwezig is, bij graad 2 geen ruimte meer is tussen de doornuitsteeksels en matige verharding van het kraakbeen, bij graad 3 geen ruimte meer is tussen de doornuitsteeksels en aan weerzijden ervan een verdikking samen met een ernstige verharding van het kraakbeen en tenslotte bij graad 4 de doornuitseeksels een andere vorm hebben gekregen door verval en woekering van het bot.

Behandeling Kissing Spines

Als de doornvormige uitsteeksels eenmaal aan elkaar gegroeid zijn, kunnen deze niet meer worden gescheiden. Bij een positieve diagnose is het belangrijk om het paard pijnvrij te krijgen en te houden. In minder ernstige gevallen kan de pijn worden bestreden en kan het paard voor zijn gewone werk nog worden gebruikt. Vaak wordt een paard met Kissing Spines met corticosteroïden of andere ontstekingsremmers ingespoten (mesotherapie) om de vicieuze ontstekingscirkel te doorbreken.

Bij zware gevallen kan een operatie worden uitgevoerd waarbij de aangedane doornvormige uitsteeksels worden afgezaagd. In 2012 ontwikkelde Coomer een chirurgische methode die inhoudt in dat er een kleine snede van één centimeter wordt gemaakt bij de wervelkolom en de ligamenten worden doorgesneden. Het gevolg is dat het paard minder pijn ervaart en de spieren ontspant. Door de ontspanning komt er weer ruimte tussen de wervels. Verder kan een infuus met een medicament Tildren genaamd verlichting bieden waarbij botafbrekende cellen en kraakbeenafbrekende enzymen geremd worden.
Er zijn echter een aantal andere vormen van therapie die verlichting kunnen bieden. Aangezien het hier een vorm van artrose betreft verwijzen we naar het stuk dat gaat over de behandeling van artrose op deze site. Het betreft hier orale supplementen met Vloeibare Groenlipmossel, Curcumine of Zwarte-Bes blad, high power laser therapie en fysiotherapie. Ook acupunctuur kan goede resultaten geven, in combinatie met eventueel osteopathie en/of chiropractie de rest van het lichaam zo soepel mogelijk te houden. Uiteraard is het beter geen manipulaties uit te voeren rondom de Kissing Spines vanwege pijn en ontsteking. Het implanteren van goudkorrels is ook een optie bij paarden met Kissing Spines, zoals ook wordt toegepast bij mensen met ernstige vormen van reuma en/of artrose.

Management Kissing Spines

Het is belangrijk om bij een paard met rugklachten als gevolg van Kissing Spines alle factoren te optimaliseren zoals ligging van het zadel, trainingsmethode, manier van beslaan en bekappen en de keuze van de bodem. Wanneer een paard beweegt met een lagere hoofd-halshouding en de achterhand goed onder zijn lichaam plaatst, zal de rug boller worden en zullen de doornuitsteeksels omhoog komen en vrij komen te liggen. De intensiteit van de training zal goed op het paard moeten worden afgestemd. Naast training onder het zadel is het is ook goed het paard vanaf de grond te trainen, bijvoorbeeld met dubbele lijnen om de rug sterk te krijgen. Andere simpele dingen om de rug te ontlasten zijn demping door beslag met zooltjes en foam, opzet in het ijzer zodat gemakkelijk afgewikkeld kan worden en vlakke pads onder het zadel (geen bontjes, want die maken het zadel smaller in de boom), opstappen met een krukje, lichtrijden in plaats van doorzitten etc.

Prognose Kissing Spines

Volbloedpaarden en volbloedkruisingen zijn gevoeliger voor Kissing Spines omdat bij deze paarden de doornvormige uitsteeksels van nature dicht bij elkaar staan. Hierbij treden de problemen meestal op tussen het 2e en 8e levensjaar en daarna nog maar zelden. Jonge paarden met een zogenaamde karperrug hebben er het snelst last van terwijl oudere paarden met een typisch leeftijdgebonden karperrug maar zelden problemen hebben, omdat de wervelkolom uitgegroeid is. Een aantal paarden met ernstige Kissing Spines kunnen vanwege de constante rugpijn niet worden bereden totdat de botwoekeringen zijn vergroeid. De rug is dan echter niet meer zo soepel en de gangen zijn vlakker geworden. Na een operatie heeft het paard drie tot vier weken stalrust nodig waarna weer langzaam kan worden begonnen met looptraining aan de hand en heel langzaam opbouwen naar arbeid onder het zadel. Andere vormen van therapie bieden verlichting maar of er een blijvende verbetering optreedt, verschilt afhankelijk van gradatie en leeftijd. Echt genezen zoals bij artrose is lastig maar veel kan worden gedaan het paard zonder pijn te laten bewegen.

Deel dit bericht

Stuur door via e-mail Print pagina

Download nu gratis het boekje ’15 beweegtips voor paarden’ t.w.v. € 4,95.

Download gratis

Heeft u vragen? Wij helpen u graag.
Neem contact op.

Beoordeling van dit artikel:
Eugene Matthijssen

Geschreven door Eugène Mathijssen

Hoofdredacteur van Bewegen zonder Pijn. Gezondheidsjournalist en auteur van diverse gezondheidsboeken. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar alternatieve behandelingsmogelijkheden en andere natuurlijke kruiden en substanties met geneeskrachtige eigenschappen.
Neem contact op Eugène Mathijssen